woensdag 20 juli 2016

Gado gado

Gado gado is een heel bekend vegetarisch gerecht uit Indonesië. Het is eigenlijk een salade van geblancheerde groenten, aangevuld met gekookt ei, komkommer en bijvoorbeeld tomaat, aardappelen, gebakken tofu. Het is heel gemakkelijk te maken, maar wel heel bewerkelijk, omdat de groenten apart geblancheerd worden. Qua groenten kun je eindeloos variëren, reken op ongeveer 200 à 250 gram groenten per persoon als je het als hoofdmaaltijd serveert. Over de salade wordt een warme pindadressing gegoten met daarover gebakken uitjes of, voor de niet-vegetariërs onder ons, verkruimelde kroepoek. 
Op de foto zie je niet zoveel pindadressing, omdat anders de groenten niet meer zichtbaar waren. Iets meer dressing is dus aan te bevelen. Een heerlijk zomers gerecht.


Ingrediënten voor 4 personen:

  • 400 gram vastkokende aardappelen
  • 400 gram tofu
  • sesamolie
  • 4 grote scharreleieren
  • zeezout
  • 150 gram peultjes
  • 200 gram worteltjes 
  • 1 Paksoi
  • 125 gram taugé
  • ½ komkommer
  • Cherrytomaatjes
  • gebakken uitjes/kroepoek
Pindadressing
  • 150 gram pindakaas met stukjes noot
  • 50 g palmsuiker
  • 2 teentje knoflook
  • 1-2 rode chilipepers
  • 1 limoen
  • ½ theelepel trassi (voor de vegetariër achterwege laten)
  • 1 eetlepel ketjap manis
  • 1 eetlepel tamarindepasta
  • 1 kopje heet water (gekookt)

Bereiding:
Schil de aardappelen en kook ze in een ruime pan met water en zout ongeveer 15 minuten. Giet ze af en snijd ze in blokjes van ca. 2,5 x 2,5 cm.
Snijd de tofu in blokjes van ongeveer 2,5 x 2,5 cm en bak ze in de sesamolie ongeveer 10 minuten goudbruin. Daarna uit laten lekken op een keukenpapiertje en bestrooien met wat zeezout.
Kook de eieren halfzacht of hard en laat ze schrikken. Pel ze en snijd ze in vieren.
Was alle groenten. Verwijder de puntjes en de eventuele draden van de peultjes.
Schrap de worteltjes en snijd ze in dunne reepjes. Verwijder het harde deel van de stronk van de paksoi en snijd de paksoi in repen van ca. 2 cm, maak hierbij een scheiding tussen de witte stelen en de bladeren.
Nu gaan we de peultje, de worteltjes en de witte stelen van de paksoi ongeveer 2 minuten in aparte pannen (of na elkaar in dezelfde pan) blancheren (= kort koken in water met wat zout). Giet de groenten af en spoel na met koud water. Laat de groenten uitlekken in een vergiet, houd hierbij de groenten wel apart en gooi ze niet door elkaar.
Leg de taugé en de bladeren van de paksoi ongeveer 30 seconden (let op) afzonderlijk van elkaar in heet water en giet daarna ook afzonderlijk van elkaar af.
Snijd de komkommer in halve plakjes (zaadlijsten verwijderen, schillen is niet nodig). Halveer de cherrytomaatjes.
Pindadressing:
Kook het water. Pel de knoflook en snijd in vieren. Verwijder de steel, de zaadlijsten en de zaadjes van de rode peper(s) en snijd in stukken. Doe de knoflook en de peper in een blender. Rasp de palmsuiker boven de blender. Voeg de pindakaas, de trassi, de ketjap manis, de tamarindepasta en het sap van de limoen toe en hak alles in de blender tot een egale massa. Voeg als laatste het gekookte water toe tot de juiste dikte van de dressing is bereikt.

Schik alle groenten en andere ingrediënten op een schaal of bord, schenk de warme pindadressing erover en verkruimel daarover de kroepoek (of voor de vegetariërs de gebakken uitjes).

Eet smakelijk!

2 opmerkingen:

  1. Heerlijk gerecht, vooral in de zomer. Ik maak de pindasaus overigens nooit met water, altijd met kokosmelk. Dat maakt het net een beetje smeuïger. De kokosmelk gaat er scheutje voor scheutje bij, tot de gewenste consistentie is bereikt.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank je wel voor de tip, de volgende keer ga ik het ook eens met kokosmelk proberen.

    BeantwoordenVerwijderen